Laatst las ik op internet een stuk tekst van een mede
blogger. Zij beschreef in haar blog het hoe en waarom over haar eigen
zelfbeschadigende gedrag. Ik stond er van te kijken hoe open zij hier over
schreef. Ik vond het ontzettend knap en kwetsbaar, alleen was mijn eerste reactie
een fikse schrikreactie, door de manier waarop zij het beschreef.
Zelfbeschadiging, of automutilatie, is een onderwerp waar ik
zelf al heel lang over wil schrijven. Het komt al een aantal jaren in mijn
leven voor en heeft daardoor een groot deel van mijn leven bepaald. Ik vind het
een belangrijk onderwerp om onder ogen te brengen, maar toch is het niet iets
waar je, naar mijn idee, ‘zomaar’ even over schrijft.
Ooit ben ik namelijk zelf begonnen met krassen, nadat ik een
interview hierover las in een of ander meiden magazine. Ik was toen elf en zat
totaal niet lekker in mijn vel. Ik wist niet wat ik met mijzelf aan moest, had
een groot minderwaardigheidscomplex en er was vrijwel niemand waarbij ik mij
echt kon uiten. Ook het schrijven in mijn dagboek, of het schrijven van gedichten
hielp niet voldoende. Dus na het lezen van het artikel dacht ik eigenlijk
gelijk: ‘Hmmm… Dat kan ik ook wel eens
proberen, misschien dat het mijn helpt.’
Hoewel aan het eind van het interview gemeld werd dat je
hier nooit aan zou moeten beginnen, werd de reden hiervan mij niet duidelijk. Sterker
nog, mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Dit was het begin van mijn jarenlange
verslaving…
Van eens in de zoveel tijd werd het al snel twee tot drie,
of vier keer per dag. De spanning die ik in situaties opsloeg gooide ik er door
middel van het krassen weer uit. Vaak beperkt tot mijn linker arm, maar soms
ook op mijn boven benen en in de vakantie, als het moest, op bikini-bedekte
plekken. Ik schrijf hierbij ‘als het moest’, want vaak genoeg had ik gewoon
lange mouwen aan. Bij 30 graden en opmerkingen zei ik dat ik geen last van de
warmte had, dan werd ik wel even voor gek verklaard, maar dat maakte niets uit.
In tegenstelling tot wat veel anderen schrijven, hielp het
bij mij wel. Het luchtte op. Na elke situatie lukte het om weer even mijn hoofd
te legen. Ook heb ik mij hierover nooit schuldig gevoeld, ik was het immers ooit
met goed verstand begonnen. De situaties volgden wel steeds sneller en de
drempel om te krassen werd steeds lager, maar dat maakte mij toen niet uit. Toen
niet…
Op mijn vijftiende kwam het uit. Nadat ik het een vriendin
vertelde via de computer, brak zij in de woonkamer. Haar moeder heeft zonder
twijfelen mijn vader gebeld. De situatie die volgde was hels, maar ergens ook
een soort van opluchting. Ik, en vooral ook mijn kopzorgen, werden eindelijk
eens gezien en serieus genomen.
Ik weet nog dat mijn vader zei: ‘Of het nu waar is, of niet, dit is een roep om hulp en daar moet naar
geluisterd worden.’
Het aangeven van alles was inderdaad een roep om hulp. Het
krassen zelf voelde voor mij niet als een roep om hulp. Het was meer mijn
manier van omgaan met de niet passende situatie waarin ik mij bevond. Een roep
om hulp, of niet, dat maakt eigenlijk helemaal niet uit. Wat belangrijker was,
is dat hij mij geloofde. Daarna draaide de situatie waarbinnen ik mij toen
bevond, vrij snel, 180o om.
Die vriendin ben ik, tot op de dag van vandaag, nog eeuwig
dankbaar. Zij zorgde voor dit keerpunt in mijn leven en die nood was, op dat
moment, hoog.
Gelukkig is het bij mij beperkt gebleven tot krassen. Daardoor
zijn er niet direct zichtbare littekens achter gebleven. Ergens heb ik hier ook
ooit bewust voor gekozen. Ik wilde namelijk niet dat het gezien werd, of dat je
het later nog terug kon zien. Dat is fijn, maar het heeft ook een keerzijde. Niet
iedereen geloofde namelijk dat dit ooit was gebeurd en in die periode was dat
echt heel pijnlijk. Nu maakt het mij eigenlijk weinig meer uit.
Het keerpunt eiste dat ik moest stoppen met krassen. Dit
duurde langer dan ik had verwacht voordat ik begon. Mijn idee was altijd: ‘Als het weer goed gaat, dan stop ik er
gewoon weer mee.’Praktisch heb ik het, op eigen houtje, binnen anderhalf
jaar weten af te bouwen, ik was toen 17.
Hoewel ik dat zelf al best lang vind, had ik mij nog meer
vergist in de emotionele nasleep ervan. Ik noem het dan ook niet voor niets een
verslaving.
Al die tijd leerde ik mijzelf op deze manier omgaan met de
vervelende kanten van het leven. In die tijd had ik mijzelf ook gezondere
manieren van coping kunnen leren. Nu moest ik oud gedrag omzetten in nieuw
gedrag, zonder dat ik wist welk nieuwe gedrag voor mij zou werken en in een
periode die veel spanning met zich mee bracht.
Tijdens het stoppen leerde ik wel iets meer praten en mezelf
uiten, maar nooit was het helemaal voldoende. De behoefte om te snijden bleef
en ik moest me, vaak genoeg, hevig verzetten tegen mijzelf.
Op mijn achttiende was ik dit zat en koos ik voor
psychologische hulp. Die hulp heeft vooral geholpen doordat ik mij kon uiten,
en dit nog verder leerde, en dankzij het verwerken van verschillende
levensgebeurtenissen. Toch, als ik heel eerlijk moet zijn, nam alleen de
frequentie van de behoefte af.
Ook nu, 14 jaar na dat interview, heb ik nog steeds eens in
de zoveel tijd behoefte aan het krassen. Het is de reden waarom ik niet meer
dan één scherp mes in mijn besteklade heb liggen(, eentje die dagelijks
gebruikt wordt en dus 'vies' is). Dat, terwijl ik ondertussen echt andere
manieren van uiten heb aangeleerd.
Dat ik terughoudend ben met het schrijven over dit onderwerp
heeft niets te maken met een emotionele lading. Daar heb ik namelijk geen last
meer van. Wel ben ik bang om anderen/jongeren hiermee te triggeren. Ik weet
namelijk hoe ik er zelf mee begonnen ben en het beginnen is makkelijk, maar er weer
helemaal vanaf komen is bijna niet mogelijk.
Dat ik er nu wel over schrijf is omdat ik het bespreekbaar
wil maken. De openheid hierin is voor mij belangrijker dan de angst en het
hierom te laten. Het kan namelijk bij iedereen voorkomen. Ik ben niet dom en
van buiten leek ik gelukkig, of op zijn minst tevreden. Het was dan wel
rommelig in mijn leven, maar ik ging gewoon naar school en haalde prima
cijfers. Als je het niet wist, dan zag je het niet.
Liefs, Deborah
Reacties
Een reactie posten