Zaterdag, 30 januari
2016
Lieve ik,
In de afgelopen jaren heb ik niet weinig mee gemaakt.
Misschien komt nu alles, wat ik heb opgespaard, er wel uit. Constant ben ik
blijven rennen, omdat alles gehaald moest worden. Constant heb ik mijn best
gedaan, om niet helemaal in te storten. En als ik dan even was ingestort,
zorgde ik er altijd weer voor dat ik snel weer opkrabbelde. Tot nu, want nu
lukt het allemaal niet meer. Het lukt mij niet meer om even snel op te
krabbelen. Het lukt mij niet om vijf minuten mijn hoofd stil te houden. Het
lukt mij niet om een dag per week niet in te storten. Het lukt mij niet meer om over
alles even rustig na te denken.
Terwijl ik dit opschrijf besef ik dat ik dit waarschijnlijk
nooit zal publiceren. Ik ben namelijk, normaal gesproken, heel positief. Normaal
gesproken, in mijn normale doen. Maar wat is normaal? Want ook deze kant hoort
bij mij. Ook deze sombere, negatieve, vervelende, er doorheen zittende,
vermoeiende kant is deel van mij. Ook deze kant is normaal voor mij. En om helemaal terug te gaan naar de pure, ware,
eerlijke, lieve ik zal ik ook deze kant moeten accepteren. Ook deze kant
zal ik normaal moeten vinden. De kant waarin ik mezelf teleurstel. De kant
waarin ik anderen teleurstel.
Wacht. Anderen? Daar ging het nou toch juist om? Het ging er
toch om dat ik mijn eigen plan ging trekken? Even geen invloeden van buitenaf? Niet meer onzeker zijn? Ik
weet wel dat, dat makkelijker gezegd is dan gedaan, want anderen zijn een groot
deel van mijn leven. En, als ik dit deel al niet van mijzelf kan accepteren, hoe kunnen
anderen dat dan wel?
Ook de minder leuke punten maken mij tot wie ik ben. Juist
de minder leuke punten zorgen er voor hoe mooi ik ben. Want door deze mindere
perioden zie ik ook, juist, al het moois en al het goeds in het leven. Door deze
mindere perioden zie ik juist het moois in alles wat leeft. En, juist door deze
mindere perioden zie ik hoe mooi, liefdevol en positief ik eigenlijk ben. Het wordt dus tijd om juist deze mindere
perioden te accepteren en te rekenen tot wie ik ben. Zodat ik er misschien, heel misschien, in de toekomst wel minder last van heb.
Liefs,
Deborah
Reacties
Een reactie posten