Dinsdag, 2 februari
2016
Lieve ik,
Nu ik weer op mezelf aangewezen ben, moet ik eerlijk
toegeven dat ik stiekem toch iets mis. Iets, wat ik waarschijnlijk al mijn hele
leven mis en nooit gekend heb. Het is niet zo dat ik dat in een relatie terug
vind, of dat anderen mij het kunnen geven. Waarschijnlijk word ik op zo een
moment even afgeleid van het missen of word de nadruk op een andere manier
gelegd. Maar wat mis ik dan?
Ik mis niet de liefde. Want, hoewel ik nog niet alles heb
geaccepteerd van mezelf, ken ik mezelf en ik houd ook echt van mezelf. Ik weet
wie ik ben, hoe ik ben en wat ik waard ben. Ik houd van de mensen en dieren om mij heen en ik houd, over het algemeen, van het leven. Ik houd er van om mijn liefde te
delen en als ik iemand lief heb, houd ik van diegene tot in het diepste van
mijn zijn.
Ik mis niet de aanwezigheid van iemand. Ik kan goed alleen
zijn en vermaak mij prima in mijn eentje. Het even met niemand rekening te
hoeven houden vind ik heerlijk en als ik behoefte heb aan anderen zoek ik die
zelf op.
Wat mis ik dan wel? Mis ik de aandacht? Ik heb nooit
overdreven aandacht gevraagd. Vroeger was ik geen druk kind en nog vraag ik
geen aandacht door in het middelpunt te gaan staan. Wat bijvoorbeeld veel van mijn dieren wel hebben, aangezien je aantrekt
wat je zelf bent en je krijgt wat je
zendt. Maar wat heb ik dan wel gedaan?
Sinds kort ben ik er achter dat ik mij eigenlijk altijd te
veel heb gevoeld. Als baby, als kind, als tiener en als puber. Er werd wel van
mij gehouden, maar iedereen was te druk met zichzelf of anderen. Om niet
vervelend te zijn en wel te laten zien dat ik er was, ben ik al snel gaan
helpen thuis. Ik ging zorgen voor de dieren, ik ging zorgen voor mijn broertje,
ik ging zorgen voor mijn moeder en vader, ik ging zorgen voor vriendjes en
vriendinnetjes. Al vanaf jongs af aan heb ik mijzelf aangeleerd dat als ik goed zorgde voor een ander, ik
gezien werd. En het werkte, want nu kreeg ik als kind positieve aandacht.
De jaren vorderden en ik ontwikkelde een levensstijl waarbij
ik goed was voor anderen. Zo goed, dat ik vergat om te luisteren naar mezelf.
Sterker nog, ik wist niet meer hoe ik
moest luisteren naar mezelf. Dit zorgde er voor dat ik mezelf liet pesten
door vriendinnen op school. Dit zorgde er voor dat ik mezelf niet verweerde
tegen mijn broertje als hij boos was. Dit zorgde er voor dat ik
mezelf pijn ging doen, om afgeleid te worden van alle andere pijn. Dit zorgde
er voor dat ik over mij heen laat lopen in relaties, in situaties en door
mezelf.
Ondertussen heb ik geleerd wat goed voor mij is en wat niet.
Ik heb mezelf leren kennen en ik weet wie ik ben. Ik kan voor mijzelf zorgen,
tot op een bepaalde hoogte. Want elke keer, ga ik over mijn grenzen heen in het
zorgen voor anderen. Elke keer, vraag ik de aandacht en bevestiging die ik
eigenlijk mis. Maar, is het wel aandacht
wat ik vraag?
Ik denk niet persé aandacht. Want, ik heb vrienden genoeg
die naar mij vragen, mensen zien mij staan, ik geloof in het goede van de mens
en ik kan genieten van de liefde die ik in alles terug zie. Ik denk dat ik het
gevoel mis, dat ik gezien word. Het
feit dat mensen mij zien staan, dat ik gehoord word, dat ik serieus genomen
word en dat ik mijzelf volledig kan laten zien. Misschien is dat ook wel de
verklaring, waarom ik soms begin met claimen. Misschien is dat ook wel de
verklaring, waarom ik telkens met teleurstellingen om moet leren gaan, met het
feit dat mensen bij mij weg gaan. Misschien zorgt dit er dan wel voor, dat ik
constant in mijn depressie dip.
Maar zit dit gevoel dan werkelijk bij anderen? Persoonlijk denk ik dat je pas gehoord
wordt, als de ander daadwerkelijk in staat is om echt te luisteren. Maar
als ik dit gemis constant ervaar, wie luistert er dan niet? En zorg ik er wel
voor dat anderen naar mij kunnen luisteren? Sta
ik wel toe dat anderen mij kunnen zien?
De antwoorden op deze vragen kruizen mij op het pad terug
naar mijzelf. Ik ben degene die ervoor kan zorgen dat ik dit missende gevoel
niet meer ervaar. Ik ben degene die naar mijn gevoel zal moeten luisteren, om
mezelf te horen. Ik ben degene die delen van zichzelf zal moeten accepteren, om
ook dat deel van zichzelf te zien. Ik ben degene die, op dit moment, voor zichzelf
weg loopt, in plaats van dat ik mezelf zie staan. Ik ben degene die mij zal moeten zien staan.
Pas zodra ik mezelf zie staan, naar mezelf luister en alle
delen van mezelf geaccepteerd heb, kan ik het toestaan dat anderen mij kunnen
zien. Pas als ik helemaal mezelf ben, kan
ik gezien worden.
Liefs,
Deborah
Reacties
Een reactie posten