Zaterdag, 15 oktober
2016
Lieve ik,
Op een betonnen trappetje in Gran Canaria zit ik te wachten bij de poort van het vakantiepark. Ik wacht, om de poort te openen voor mijn mede-vakantiegangers, die nog bij het restaurant even verderop waren gebleven. Ik was alvast eerder weg gegaan, om nog even te kunnen slapen, zodat ik er vanavond nog gezellig bij kon zitten. En bij gebrek aan sleutels appten zij mij net wakker om te zeggen dat ze onderweg zijn.
Ik wacht, op dat betonnen trappetje, tegenover de poort. Ik
kijk om mij heen. Naast mij zijn mieren keihard aan het samenwerken om
voldoende voeding en dergelijke onder de grond te verzamelen. Het zijn de
eerste insecten, behalve vliegen, die ik hier eigenlijk heb gezien. Overdag is het gewoonweg te warm.
Ik zie ze en bedenk dat, dat iets is wat mij de laatste tijd
een stuk minder goed af gaat, samenwerken. Het lukt wel, maar beperkt. Niet
meer met van alles en iedereen. Ik ben wat selectiever geworden daarin.
Onderwijl ik me dat bedenk, besef ik ook dat dat niet alleen
zo is met samenwerken. Ik ben ook een stuk selectiever geworden in andere
dingen. Met wie ik mijn tijd door breng, bijvoorbeeld. Zo bedenk ik mij ook,
dat ik deze vakantie merk, dat het samenwonen ook niet meer voor mij is
weggelegd op het moment.
Er zijn gewoon te veel dingen om mee rekening te moeten
houden, de ander moet met mij om kunnen gaan en andersom. Ik merk namelijk, dat ik op slechte dagen al moe ben na twee uur wakker te zijn. Niet een
beetje, maar dusdanig moe dat ik niet eens meer kan uitleggen dat ik zo moe ben. Zo
moe, dat ik niet eens kan slapen van vermoeidheid.
Lekker gezellig is dat. Maar het maakt niet uit. Mij niet in ieder geval. Het is nou eenmaal mijn realiteit op dit moment. Ik vind dat prima en kan er al even mee om gaan. Alleen de buitenwereld niet, merk ik.
Nu zit ik op een betonnen trappetje, op Gran Canaria, tegenover de poort. Wachtend op de rest, te kijken naar samenwerkende mieren. Wat zijn die beestjes toch mooi en sterk.
Liefs, Deborah
Reacties
Een reactie posten